Wij bergen ons in steen en glas
En dragen sieraden van goud.
Toch wacht eenieder, traag of ras,
Aan het eind een huis van hout.
~~~~~
Er is geen reden voor een traan:
Straks breekt een nieuwe lente aan.
Voor anderen klinkt dan vogelzang.
De doden zijn voor niets meer bang.
De doden zijn voor niets meer bang.