
In Utrecht aan de Maliebaan
stond ooit een groot en streng gebouw
met hoge, donkere ramen:
een kerk van mannenbroeders.
Voorbijkomend op de fiets,
vroeg ik mij wel eens af:
zou God het niet koud hebben in dit huis?
Op een dag werd de kerk gesloopt.
God verdween, met zijn gemeente,
en maakte plaats voor een modern complex
met goed verwarmde appartementen.
Zouden de bewoners nog wel eens bidden?
vraag ik mij nu af. Of vinden ze hun troost
in het comfortabele woongenot?