Bel état de l’Eglise quand elle n’est soutenue que de Dieu
(Het komt pas goed met de Kerk, als ze alleen nog op God steunt.)
Blaise Pascal, Idées (1669)
Als er één ding is dat ik geleerd heb tijdens mijn studie theologie, is dat wel het inzicht dat politiek en godsdienst niet met elkaar vermengd dienen te worden. Een dergelijke vermenging maakt het geloof onzuiver en het politieke handelen onzakelijk. Religieuze politiek kun je vergelijken met autorijden onder invloed: je rijdt nog wel, maar de macht over het stuur ben je kwijt.
Politiek is het organiseren van het collectieve vermogen (‘macht’) om de samenleving te ordenen en besturen. In het politieke discours is elk beroep op geopenbaarde waarheden ongepast en zelfs gevaarlijk. Religieuze aanspraken zijn ‘totalitair’, in die zin dat zij een exclusieve en sluitende verklaring pogen of pretenderen te bieden voor de raadsels van het menselijk bestaan. Welnu, dergelijke absolute ‘waarheden’ verdragen zich niet met ‘de kunst van het mogelijke’ (een gangbare definitie van politiek) in een seculiere en pluralistische samenleving als de onze.
Ingewikkelder wordt het wanneer zich op het oog seculiere, politieke ideologieën aandienen en macht vergaren die zelf over een alles verklarende en oplossende wereldbeschouwing menen te beschikken. De mensonterende en -vernietigende gevolgen hiervan hebben we op grote schaal gezien in de twintigste eeuw. Men kan niet ongestraft de almacht van God transporteren naar de Rede, als nieuwe godheid. Ook redelijkheid vraagt om maatvoering en een hoge mate van pragmatisme blijkt in de politieke praktijk ‘heilzamer’ dan al dan niet religieus gemotiveerd idealisme.
Tegen de hoop en verwachting van geseculariseerde burgers in, blijft het zoeken naar een ‘hemels baldakijn’ een onbedwingbare menselijke behoefte. Deze beeldende omschrijving is van de Amerikaanse godsdienstsocioloog Peter Berger, in zijn beroemde en onverminderd actuele studie over de ‘werkelijkheid’ als sociale constructie van zo’n halve eeuw geleden. Voor de meeste mensen op deze prachtige blauwe planeet is het een onverteerbare en angstaanjagende gedachte dat het menselijk leven en de lotgevallen van de mensheid op louter toeval zouden berust, zonder een goddelijke hand aan het stuur. Godsdiensten bieden een beschermend dak boven het hoofd tegen de ervaring van chaos en zinloosheid.
Dat geldt misschien in het bijzonder voor jongeren die zich buitengesloten voelen van de samenleving en hun bestaan als zinloos en doelloos ervaren. Het massaal creëren van werkgelegenheid voor jongeren, in Europa en het Midden-Oosten, lijkt mij dan ook een belangrijk middel bij de bestrijding van het terrorisme. Maar dat alleen is niet voldoende om de verleiding van totalitaire denkbeelden te dempen. Er moet ook weerwoord geboden aan geestelijke leiders en stromingen die uit zijn op religieuze kolonisatie van de politieke sfeer (en omgekeerd). Omwille van de zuiverheid van het geloof en de zakelijkheid van de politiek.