
plotseling
in het zonlicht
het zwenken
van de duiven
ver boven mij
zwermend
over de stad
het omslaan
van grijs
in helwit zilver
even
dan wachten
tot ze wederkeren
in dezelfde bocht
in dezelfde zon
en wéér
in een flits
het zilveren wit
ik zie het
en denk:
zo wil ik
leven
Dit gedicht schreef ik in september 1967 op een terras in Nijmegen,
waar ik mij net had ingeschreven voor de studie theologie.
Het is gepubliceerd in mijn dichtbundel Vallend Licht uit 2001.
Ook Guido Gezelle genoot van het schouwspel van een vlucht duiven, getuige dit gedicht uit zijn bundel “Rijmsnoer om en om het jaar”:
BONTE ABEELEN
Wit als watte, en teenegader
groen, is ’t bonte abeelgeblader.
Wakker, als een wekkerspel,
wikkelwakkelwaait het snel.
Groen vanboven is ’t en, zonder
minke, wit als melk, vanonder.
Onstandvastig volgt het, gansch,
’t onstandvastig windgedans.
Wisselbeurtig, op en neder,
slaat het, als een’ vogelveder.
Wit en grauw, zoo, door de lucht,
“bonte-abeelt” de duivenvlucht.
Guido Gezelle
12 februari 1897
(Abeel = Zilverpopulier)
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...