Dichtershemel

Een maandagochtend in juli.
Ik rijd door de lege straten van mijn stad.
Weer is een Dichter overleden.
Niks geen komkommertijd!
Dat wordt driftig lezen en herlezen.
Alleen zo houdt men dode dichters levend.

Poëtica (2)

Het poëtische probleem is er altijd een van de vorm, van de taal. Inhoudelijk gezien is de dichter geen schepper: de liefde, de dood, de natuur zijn er gewoon. Wat de dichter doet is zijn visie daarop verwoorden, hij legt ons uit hoe zijn ervaring is met de liefde, de dood, de natuur. Een nieuwe ervaring vraagt om een nieuwe vorm. Een nieuwe vorm moet je bedenken, hij is organisch verbonden met de nieuwe ervaring.

De Syrische dichter Adonis (interview NRC Handelsblad 5 oktober 2011)

Poëtica


Zoveel is mij met mijn geringe ervaring wel gebleken, dat men grosso modo mensen niet door poëzie kan behagen maar wel ergeren en mij dunkt, dat als het ene niet lukt het andere maar moet worden geprobeerd. Men moet de mensen ontregelen, hun gezelligheid bederven, hen verontrusten en verbazen. Een van beide, òf als genie òf als spook moet de poëzie hen tegemoet treden. Alleen zo leren ze in het bestaan van poëzie geloven en krijgen ze respect voor de dichter.

Schiller in een brief aan Goethe (Jena, 17 augustus 1797)
Bron: Goethe – Schiller Briefwisseling, p. 183. Aart J. Leemhuis. Uitgeverij Damon 2005 Budel