Vrij (?) van erfbelasting

Vandaag wil ik aandacht vragen voor een bijzonder boek van schrijver en dichter Fred Penninga (Amsterdam, 1945), dat dit najaar is verschenen bij de Utrechtse uitgeverij Magonia. Het draagt de intrigerende titel Vrij van erfbelasting. Een aandoenlijke jeugdfoto van de auteur siert de omslag van het kloeke boekwerk van 307 pagina’s (zie boven.)

Het boek, verder zonder illustraties, is aantrekkelijk geschreven en door mij dan ook helemaal uitgelezen (wat mij niet bij alle romans lukt.) Dat is vooral te danken aan de ingenieuze literaire constructie die is gekozen voor deze in romanvorm gegoten autobiografie. Het boek bevat een chronologisch opgebouwde terugblik op de levensloop van Penninga in de vorm van een serie -door een alwetende verteller opgetekende – tweegesprekken tussen de auteur en een jonge onderzoeksjournalist in opleiding, die hem als ‘onderwerp’ heeft gekozen voor zijn afstudeerwerkstuk. Deze fictieve gesprekspartner, Wander geheten, kwam net als de andere betrokken personen in het verhaal voor mij echt tot leven.

De Franse dichter Charles Baudelaire schreef ooit in zijn Intiem Dagboek, dat wie de moed had om een volstrekt eerlijk boek over zichzelf te schrijven, gegarandeerd beroemd zou worden. Of Vrij van erfbelasting inderdaad een bestseller wordt, weet ik niet. Maar Fred Penninga is in zijn beantwoording van de vele, herhaaldelijk als ‘lastig’ benoemde, vragen van zijn ’biograaf’ in eerlijkheid en openhartigheid een heel eind gekomen.

Er ontspinnen zich in de roman drie draden die – elk met de nodige innerlijke worsteling – de levensloop en identiteit van Penninga bepaald hebben: het opgroeien in een pleeggezin als te vondeling gelegd kind van ‘foute’ ouders, de acceptatie van zijn homoseksuele geaardheid en zijn vanaf zijn vroegste jeugd gekoesterde ambitie om schrijver te worden. 

Het frappeerde mij dat hij als jongen al zoveel teksten schreef én van zichzelf wist dat hij schrijver wilde worden. De niet minder bepalende kennis van zijn beladen afkomst kwam pas later aan bod, evenals de zoektocht naar zijn elders opgevoede drie broers. Hoewel hij al zeer vroeg seksueel experimenteerde met leeftijdgenootjes, ontstond de durf om zijn ’mateloze verlangen naar vriendschap’ met (jonge) mannen in praktijk te brengen bij Fred eveneens op latere leeftijd. Zijn belevenissen op dit vlak worden her en der in het boek zonder schroom uit de doeken gedaan.

Tijdens de tweespraak tussen schrijver en onderzoeker leren we het een en ander over Penninga’s verdere levensweg als volwassene: zijn reizen in de wijde wereld, zijn opleiding, zijn vele werkzaamheden als vormingswerker en onvermoeibare inzet als initiator van tal van activiteiten op sociaal en literair gebied, die overwegend in het Utrechtse plaatsvonden.

Achter de beschrijving van de vele drukke werkzaamheden van de hoofdpersoon, zag ik tegelijkertijd ook het beeld oprijzen van een man die in de kern altijd het jongetje is gebleven dat hunkert naar acceptatie, bevestiging, erkenning. Een man die zich mogelijk daarom in zijn maatschappelijke en literaire werk zo gemakkelijk identificeerde met kwetsbare mensen van allerlei aard. Ik had de rol en doorwerking van de, in de boektitel weliswaar ontkende, erfelijke belasting graag nader uitgediept gezien. Dan sla ik weliswaar aan het psychologiseren en daar staat Fred niet zo voor open, begrijp ik uit het boek. Maar zei de dichter niet: Het kind is de vader van de man? Stof voor een vervolg wellicht?

Wat mij als lezer van dit boek vooral duidelijk is geworden, is dat het in het leven van Fred Penninga bovenal (draaide en) draait om erkenning van zijn schrijver- en dichterschap. Op een subtiele, doch niet geheel onopvallende, manier weet de auteur de schijnwerper te richten op zijn prestaties op dit gebied. Het zij hem gegund. Ik wens hem veel lezers toe van zijn authentieke en goed geschreven boek, ook buiten zijn eigen netwerken.

Vrij van erfbelasting, Fred Penninga 2023
ISBN 978 94 922 4160 3
http://www.magonia.nl

Anekdotes uit Kosovo


Tijdens een verblijf in Pristina, de hoofdstad van Kosovo, in januari 2010 kocht ik de bloemlezing Albanian Anecdotes (ISBN 9952-408-20-6). Het boekje bundelt 235 mondeling overgeleverde anekdotes, die door de auteur Salih Zogiani verzameld zijn in de dorpen van zijn land. De verhaaltjes zijn vanuit het Albanees in het Engels vertaald door Avni Spahiu. Ze zijn vaak grappig of ironisch van toon en geven een boeiend beeld van de kleine en grote gebeurtenissen in het dagelijks leven van de inwoners van Kosovo, een nog jonge staat met een turbulente geschiedenis en heel eigen tradities. Met het verzamelen en op schrift stellen van de anekdotes wilde de auteur bijdragen aan het behoud en de bekendmaking van dit onderdeel van het nationale culturele erfgoed. Doel van de Engelstalige uitgave is de lezers in het buitenland, Europa in het bijzonder, hiermee nader kennis te laten maken.

Om een beeld te geven van de, meestal door oude dorpswijzen doorvertelde, korte verhalen, heb ik er twee uitgekozen en vertaald.

Hoe iemand in een put valt
Een man had bij zijn huis het deksel van de put gehaald. Toen hij op een dag vroeg in de ochtend aan het werk ging, viel hij per ongeluk in de put en raakte gewond. Zijn familieleden kwamen naar de put toegesneld en vroegen aan de man onderin de put: “Hoe ben je daaronder toch terechtgekomen?” De man antwoordde: “Ik weet hoe ik in de put gevallen ben; en hoe jullie mij er weer uit zullen krijgen, horen jullie te weten!”


Ja, ja, natuurlijk
Een man ging op bezoek bij een vriend. Eenmaal binnen, praatte hij aan één stuk door. Zijn gastheer reageerde op alles wat hij zei met de opmerking: “Ja, ja, natuurlijk.” De bezoeker kreeg in de gaten dat zijn vriend helemaal geen acht sloeg op wat hij vertelde en op alles wat hij zei met “ja, ja” reageerde . Na een poosje vroeg hij dan ook: “Stoor ik je misschien met mijn gebabbel?” “Ja, ja, natuurlijk.” luidde het antwoord.



De euforische poëzie van Christina Kyra van Ramele

Voor mij ligt de dichtbundel ‘MEERSTEMMIG In taal en beeld’ van Christina Kyra van Ramele. Het is een kunstzinnig vormgegeven en volumineus boekwerk van 178 bladzijden, dat niet minder dan 121 gedichten bevat, plus een aantal intrigerende en met zorg afgedrukte illustraties.

Het kleine schreefloze lettertype, de afwezigheid van vrijwel elke interpunctie in de tekst en het veelvoud aan enjambementen dwingen de nieuwsgierige lezer tot nauwkeurige lezing van het gebodene. Dit is poëzie die het best hardop gelezen kan worden! Ook inhoudelijk is de dichter veeleisend. Wie aan het lezen slaat, voelt zich al gauw voor de keuze gesteld: laat ik mij meedrijven op de stroom van woorden en beelden die de auteur mij voorschotelt, of zie ik ervan af en zoek ik weer de denkbeeldige oever op? Ik heb mij laten verleiden door de lokroep van de dichter en ben in haar bundel gedoken.

Deze is opgebouwd in elf afdelingen met ongelijke reeksen gedichten. De met kapitalen aangegeven titels van de afdelingen geven samen aardig de sfeer weer waarvan de bundel doordesemd is: Taal Beeld / Kunst Cultuur Drama / Filosofisch gelieerde poëzie / Mens Geest Ziel / Het Brein / Beleving / Tijd Ruimte Vergankelijkheid / Natuur Vrijheid Elementen / Liefde Verlangen Droom / Abstractie Concretie / Gesprek. Het is wel duidelijk: de dichter schuwt de grote thema’s en gevoelens niet! De vaak filosofisch gestemde gedichten zelf vormen samen de inderdaad zeer meerstemmige expressie van een stroom aan gevoelens en gedachten. Al lezende, kwam de typering “euforische poëzie” bij mij op.

Zoals de titel van de dichtbundel al suggereert, is de identiteit van Kyra (zoals de roepnaam van de auteur luidt) als dichter nauw verwant aan en vervlochten met haar identiteit als beeldend kunstenaar. Deze dubbele creativiteit in één persoon levert vaak verrassende en boeiende teksten op. Bijvoorbeeld wanneer zij dicht over haar beleving van muzikale, literaire of beeldende kunstwerken. De gedichten waarin haar eigen existentie centraal staat zijn soms grappig, soms schrijnend en aangrijpend. Tegelijkertijd is haar poëzie niet altijd even navolgbaar en invoelbaar. Hier is immers een persoon aan het woord die vanuit een heel eigen werkelijkheidsbeleving, vrijuit associërend, haar gedachten en gevoelens in dichtvormen giet. Zij wil daarbij de lezer ongetwijfeld bereiken en raken, maar lijkt er niet per se op uit begrepen te worden. Integendeel, het voelen gaat in haar visie vaak boven het denken en analyseren. Ook zichzelf is zij vaak een raadsel, blijkt uit een aantal verzen.

Laat mij enkele parels uit de gedichtenstroom opduiken die de bovenstaande observaties kunnen illustreren. Waarbij opvalt dat titels soms fungeren als beginregel van het gedicht.

TERWIJL DE TAAL

beperkt en verrijkt
Spreekt zij woorden vanuit een oase
Vanuit een innerlijke spontane
Intuïtieve sensitieve gave
(…)

VOOR MIJ

ligt een blanco blad
Als een gedicht in een bloesemtak
Van schaduw en zonlicht

Een tere uitnodiging een gedicht
Te schrijven in het zachte licht
Van een bloesem in de knop

Woord en beeld
In het poëtische
Vorm te geven
(…)

FASCINEREND?

Begrijp jij het?
Nee en dat bevalt mij wel
Je hoeft niet alles te verklaren
Tot op het bot te analyseren

In de kunst kun je lekker verdwalen
De zintuigen prikkelen strelen
Mooi lelijk lieflijk choquerend
In de spirit van beeld tot beeld
(…)

SCHILDERIJ

(…)
Ik beef ik zweef ik lees de schildering
Ben ik nog van vlees en bloed
In deze angstige lichtheid van zijn in
Een transcendente werkelijkheid

Waar ben ik wie ben ik?
Ben ik de weg kwijt?

Ik besluit mijn bespreking van Meerstemmig met de integrale weergave van twee gedichten, die mij extra troffen en die tevens de meerstemmigheid van de bundel laten zien: een funerair gedicht en een zelfportret (vermoed ik.)

GRAFSTEMMING?

Vonken van sigaretten rondom het graf
Van hun vader verstokt roker
Zijn volwassen kinderen tikken de as
Op de zwarte kist op herinneringen
Meest bittere vlammende storende
De fik erin! Ik was een verbaasde getuige

De wind opgloeiende sigaretten
Er is een gelaten stemming maar
Geen grafstemming meer een vreemde
Variant van het ritueel ‘Afscheid’
Het proces in zichzelf de as in het graf
Er hoeft niets verklaard te worden
Dat heeft al jarenlang gespeeld

As op voorbije hete vuren
Het spel is uit
De plek verlaten
Er zijn geen tranen
Er zijn geen vragen

ZIJ ONTWAAKT

De kamer baadt in zonlicht
Tijd? Kijkt uit het raam
Zij kijkt naar haar kijken
De wereld dient zich aan
Dringt zich op in bruidssluiers

Een wit veld vol bruidssluiers
Zij ligt er middenin
Bedolven bedwelmd
Spreidt haar armen de
Staalblauwe lucht in

Een zwarte wolk jaagt
Over het landschap
Een zwarte sluier
Zij is de sluier.

De dichtbundel is via deze link te bestellen: https://www.boekscout.nl/shop2/boek/9789464686944