Deze maand is in Utrecht een aantrekkelijke bundel verschenen met bijdragen van achttien schrijvers en dichters. Zij reageerden op een oproep van Marja Oosterman om werk in te zenden over hun beleving van de natuur. Marja, zelf ook auteur, zet zich sinds de jaren tachtig in voor de Tuindersvereniging Abstede, die in Utrecht-Oost een groene oase heeft gecreëerd aan weerszijden van het idyllische riviertje de Minstroom. Haar initiatief heeft een prachtig boekje opgeleverd met verhalen, gedichten en foto’s die even divers zijn als de natuur zelf. Ook van mij zijn twee gedichten en een natuurfoto in de bundel opgenomen. Dankzij de fijne neus van de samensteller en de prachtige opmaak door vormgever Peter de Bie is Dichter bij de natuur een fraai literair kleinood geworden, te bestellen via: https://shop.bravenewbooks.nl/nl-NL/book/425798/dichter-bij-de-natuur/PB
Er is een dichter die je als lezer bedwelmt met zoetvloeiende zinnen vol bloemrijke en treffende beeldspraak, die je fantasie prikkelt en soms te boven gaat. Er is een dichter die met zijn gouden pen intussen de meest gruwelijke verhalen weet te vertellen, waarvan de inhoud zoveel verdriet en machteloosheid oproept dat de lezer soms aarzelt om door te lezen. Dat overkwam mij tenminste bij het lezen van het nieuwe ‘epos’ van de Turks-Nederlandse dichter Ali Serik, De zachte veren van de tijd.
Zijn werk doet mij denken aan de befaamde uitspraak van de grote Vlaamse schrijver Louis-Paul Boon: “Schop de mensen tot ze een geweten krijgen.” Dat is wat Ali Serik denk ik eveneens beoogt in zijn almaar uitdijende oeuvre, zij het zo poëtisch en rijk verwoord dat het eerder als strelen dan als schoppen aanvoelt. De auteur weet zijn keiharde boodschappen over de gruwelen in de wereld en de menselijke historie vakkundig in fluweel te verpakken!
Een andere naam die bij het lezen van zijn epos in mijn gedachten opkwam is die van de grootste Turkse dichter Nâzim Hikmet (1902-1963). Diens werk heb ik leren kennen dankzij de Nederlandse vertaling van zijn indrukwekkende epische gedicht Mensenlandschappen, dat in 1995 bij uitgeverij De Geus verscheen en niet minder dan 599 pagina’s omvat. Ali Serik treedt duidelijk in de voetsporen van zijn beroemde collega-dichter. Niet alleen wat zijn engagement met het lot van verschoppelingen aangaat, maar ook in stilistisch opzicht en zelfs bij de gebruikte bladspiegel.
De rode draad in Ali’s epos wordt gevormd door de lotgevallen van een groep vluchtelingen uit diverse windstreken, die in een gammele rubberboot vanaf de Turkse kust bij nacht de oversteek wagen naar veiliger oorden in het westen. Maar de strekking van het boek reikt breder dan het lot van deze hedendaagse groep bootvluchtelingen. Het bloedstollende verhaal over hun hachelijke onderneming wordt enkele malen onderbroken door excursies over het lot van vluchtende groepen mensen in vroeger eeuwen en andere continenten.
Vluchtelingen zijn van alle tijden en plaatsen op aarde, dat is de indringende boodschap die de schrijver wil uitdragen. Alles in bloemrijke taal verwoord én verrijkt met een onuitputtelijke hoeveelheid actuele, historische en culturele feiten en gegevens. Zeker nu er een steeds killere wind opsteekt in ons eigen land en elders in Europa en de VS jegens vluchtelingen, verdient De zachte veren van de tijd een breed publiek. Het hoort in vele talen zijn weg te vinden naar geïnteresseerde lezers. Want zelden zag ik de lotgevallen van mensen op de vlucht voor armoede en oorlogsellende zo inlevend en respectvol – en met zoveel oog voor zelfs het kleinste detail- beschreven als in dit indrukwekkende epos van Ali Serik.