Poëtica (2)

Het poëtische probleem is er altijd een van de vorm, van de taal. Inhoudelijk gezien is de dichter geen schepper: de liefde, de dood, de natuur zijn er gewoon. Wat de dichter doet is zijn visie daarop verwoorden, hij legt ons uit hoe zijn ervaring is met de liefde, de dood, de natuur. Een nieuwe ervaring vraagt om een nieuwe vorm. Een nieuwe vorm moet je bedenken, hij is organisch verbonden met de nieuwe ervaring.

De Syrische dichter Adonis (interview NRC Handelsblad 5 oktober 2011)

Poëtica


Zoveel is mij met mijn geringe ervaring wel gebleken, dat men grosso modo mensen niet door poëzie kan behagen maar wel ergeren en mij dunkt, dat als het ene niet lukt het andere maar moet worden geprobeerd. Men moet de mensen ontregelen, hun gezelligheid bederven, hen verontrusten en verbazen. Een van beide, òf als genie òf als spook moet de poëzie hen tegemoet treden. Alleen zo leren ze in het bestaan van poëzie geloven en krijgen ze respect voor de dichter.

Schiller in een brief aan Goethe (Jena, 17 augustus 1797)
Bron: Goethe – Schiller Briefwisseling, p. 183. Aart J. Leemhuis. Uitgeverij Damon 2005 Budel

Gedachten en gedichten

 

Een gedicht schrijven lukt niet altijd.
Soms blijft het bij een fraai verwoorde gedachte.
Blijkt het een zinnige gedachte, 
Loonde het toch de moeite van het schrijven en lezen.

Commentaar van Multatuli:
“Gedachten heeft ieder. Bij weinigen worden ze tot denkbeelden. Nog minder zijn er, die vorm en kleur weten te geven aan die beelden. En wie dit doet, hoort gedurig: ‘juist wat ik dacht.’ Ja, op omtrek na, op kleur na, op schaduw na. Dat is op zeer veel na. En vooral op de moed na, om daarmee onder eigen verantwoordelijkheid voor de dag te komen!”

(MULTATULI IDEEËN, Een keuze door Gerrit Komrij, Arbeiderspers 1971)