
Op de rand van nacht en dag
Hoorde ik een merel fluiten.
Hij zong een lied van hoop en troost,
Over licht dat na de duisternis
En dat er ook veel liefde is.
Het was te vroeg nog om op te staan.
Ik viel weer in een diepe slaap
En droomde van een merel die
Op de rand van nacht en dag
Een lied zong van hoop en troost.
Merels
Bij de buren scharrelen mijnheer en mevrouw Merel
In de zonovergoten tuin
Mijnheer Merel voor op als een echte kerel
EN volgt achter hem, schuin
onderdanig en grauw
zijn niet mooiere vrouw
LikeLike