‘k Ontwaakte in een wereld zonder bomen.
Er waren nog wel bloemen, en ook gras,
heestertjes, struiken, rietstengels langs sloten,
maar boven zo’n meter of twee hield alles op.
Toch was ’t er heel normaal: er reden auto’s,
er liepen mensen, speelden kinderen.
Je kon tv’s en wasmachines kopen,
en naar de film, of Sparta-Telstar gaan.
Aanvankelijk begreep ‘k dan ook niet wat
er nu zo vreemd aan was, waarom ik ’t gevoel had
dat ik waarschijnlijk nooit meer lachen zou.
En toen, toen drong het tot me door: de hemel
hing als een blauwe galg boven mijn hoofd.
Geen blad meer dat me nog verdedigen kon.
Deze ode aan de bomen trof ik aan in de gedichtenbundel DE EERSTE ZESTIG van de Dordtse dichter Cees Buddingh’ (De Bezige Bij Amsterdam 1978). Ik vond het leuk om een geestverwant op dit gebied te ontdekken. (In de bundel staan verder niet minder dan vijf In Memoriam-gedichten voor Gerrit Achterberg.)

Heel mooi las ik het als een gedicht van jou, dat had toch ook zomaar gekund?
LikeLike
Zeker! Een geestverwant, zoals ik schreef.
LikeLike