Er waren zeepaardjes te zien
Die met zoveel kracht kwamen aanstormen
Dat ze hun kopjes verbrijzelden
Voor het uitgestorven casino
De serveerster was pas achttien
En ik, die zo oud ben als de winter,
Verdronk mezelf niet in een glas
Maar dwaalde de lente in
Van haar amandelvormige ogen
Niet grijs, niet groen, niet grijs, niet groen
Zoals in Oostende en overal
Wanneer het regent in de stad
En je je afvraagt of het zin heeft
En vooral of je leven de moeite waard is
De moeite waard om geleefd te worden
Onderweg naar mijn bestemming
Rook ik ineens de geur van bier en friet
En vers gekookte mosselen
Die mij een kroeg binnenlokte
Waar kerels aan het drinken waren
Druktemakers met rooie koppen
En harde schreeuwerige stemmen
En voor ik zelf mijn bier besteld had
Stond er al een nieuw glas voor mijn neus
Het regende, ja het regende
Zoals in Oostende en overal
Wanneer het regent in de stad
En je je afvraagt of het zin heeft
En vooral of je leven de moeite waard is
De moeite waard om geleefd te worden
Arm in arm gingen we op pad
Naar de buurt waar achter ramen
De mooie meisjes zetelen
Die je je permitteert als je zat bent
Maar kijk: aan eind van de straat
Verschijnt er opeens een draaiorgel
Met een oud denderend deuntje
Waar je van moet grienen en meer
Zo erg dat alle jongens van de groep
Van de wijs raakten, van de wijs raakten
Zoals in Oostende en overal
Wanneer het regent in de stad
En men zich afvraagt of het nut heeft
En vooral of je leven de moeite waard is
De moeite waard om geleefd te worden
(Mijn inhoudelijke vertaling van het chanson Comme à Ostende van Jean-Roger Caussimon, op muziek gezet door Léo Ferré)