Oude muziek

De sopraan heet Viola da Gamba.
Een violist valt over zijn kist.
De hoornist gaat de mist in.

De klavecinist komt vingers tekort.
Een cellist kleeft aan zijn strijkstok.
De fagottist speelt ietwat nichterig.

De luitist pinkt een snaartje weg.
Een fluitist bijt op zijn lip.
De paukenist een trommelvlies.

De dirigent valt van zijn stokje.

Quedlinburg, museum slot

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.