Gisteravond zei ik, na vijf glazen wijn:
“Procillus, het lijkt me fijn
als je morgen bij me komt eten.”
Jij dacht (zeer ten onrechte) te weten
dat ik het meende en nam geslepen
mijn dronken aanbod aan. Laat me dan
een Grieks gezegde aanhalen: “Ik baal van
drinkmaatjes die niet vergeetachtig zijn.”
MARTIALIS (40 – 104)
(Eigen vertaling uit het Engels)
