![]() |
Oeke Kruythof, foto Daphne Schinkel |
Bijna een kwart eeuw is zij nu dichter. Over de vijftig was ze al, toen ze met gedichten schrijven begon. Velen in Utrecht kennen haar kleine, kleurrijke en vitale gestalte van haar voordrachten en haar mooi verzorgde publicaties. Oeke Kruythof is een vrouw, die veel van wat zich om haar heen en in haar eigen innerlijk afspeelt met aandacht observeert en overdenkt. Ze verwerkt haar indrukken en overpeinzingen in eenvoudige, meditatieve gedichten, waarin elk woord en elke beeldspraak zorgvuldig gewogen is. Vaak is er impliciet of nadrukkelijk sprake van een religieuze, zelfs mystieke, dimensie. In haar verzen staat geen woord teveel en ook over de structuur en het metrum is goed nagedacht.
Het geheim van Oeke’s dichtkunst schuilt niet zozeer in haar op zich herkenbare waarnemingen of de toegankelijke verwoording hiervan. Wat haar gedichten, kort of lang, bovenal kenmerkt is hun authenticiteit. Wie Oeke haar teksten hoort voordragen, met krachtige stem en duidelijk articulerend, of haar gedichten in stilte (een van haar favoriete begrippen) leest, beseft: dit is Oeke, ten voeten uit. Het authentieke karakter maakt, denk ik, haar poëzie bij velen zo geliefd. In het bijzonder bij mensen die bij poëzie op zoek zijn naar schoonheid en troost en niet naar onverwachte of schokkende beelden of taalexperimenten.
Oeke Kruythof moge dan geen landelijke bekendheid genieten, zij weet heel veel mensen in het hart te raken. Niet voor niets heeft een goede vriend van haar geheel belangeloos een website voor haar gemaakt, waarop Oeke’s gedichten voor een breder publiek, ook van ver buiten de Domstad, bereikbaar zijn gemaakt: Website Oeke Kruythof
Ter illustratie citeer ik twee treffende gedichten van de Utrechtse dichteres.
De lindeboom
gelijk een schildwacht
staat hij voor mijn deur
in de drukte van de dag
in de stilte van de nacht
de lindeboom
geworteld in mijn kinderjaren
wolk van bloesemgeur
taal in wuivende gebaren
Oeke Kruythof
Mijn pleegkind
mijn pleegkind woont in Kenya
op afstand geef ik geld
Naoumi meisje acht jaar oud
zo wordt zij in het rapport vermeld
haar dagen breng ik dichterbij
dichterbij naast die van mij
het vonnis is geveld:
mijn alledag – een paradijs
mijn creditcard – een toverwijs
mijn winstaandeel – een goudkasteel
Naoumi
meisje
acht jaar oud
zij kent geen dag van brood teveel
voor water moet zij uren lopen
en ik –
en ik draai zomaar kranen open
Naoumi
meisje
acht jaar oud
wij kijken naar elkaar
op afstand geef ik geld
Naoumi
meisje van acht jaar
voor jou
dit machteloos gebaar
Oeke Kruythof