Hij lag er sereen en
schijnbaar slapend bij,
een glimlach om zijn
voorgoed gesloten mond.
Hij die niets liever deed
dan eindeloos debatteren,
maar door een falend brein
te vroeg moest zwijgen.
Zijn lichaam rust nu in de aarde
van een lommerrijke hof.
Nog klinkt in ons hoofd zijn stem.
Niet verstomd.