Hoe is het mogelijk,
vraag ik mij steeds vaker af,
dat wij andere zoogdieren opeten?
(Dat wil zeggen: de meesten onder ons,
ikzelf inbegrepen.)
Kippen, sprinkhanen, vissen, alla.
Maar andere schepselen die, net als wij,
een hart hebben en een moeder en baby’s,
en intelligent zijn en sensaties kennen
van genot en pijn, ja zelfs gevoelens
van vreugde en smart…?
Hoe is het mogelijk?
Ik betreur de opvoeding,
waarin ons het eten van vlees als
de doodnormaalste zaak van de wereld
is bijgebracht, zonder acht te slaan
op zoiets als intersoortelijke solidariteit.
De mensen die vegan door het leven gaan
bewonder ik,
al hoop ik dat ze toch ook compassie voelen
met de onvolkomenheid van mijn bestaan.
