Ach, was ik nog maar een dino,
– zuchtte een kip in een kippenhok –
mijn eieren werden niet gekookt,
of voor een omelet gebroken;
geen mens lag languit op
mijn veren in zijn bed te ronken;
de evolutie heeft ons niet veel goeds gebracht!
Dit heeft, vol onbehagen in haar hok,
een kip bij zichzelve overdacht.