
Kom, dacht de neptsaar,
In eigen land krijg ik niks voor elkaar,
Ik ga een vijand verzinnen:
Moorden en plunderen maar!
Het leidt de bevolking af
En wie er niet intrapt, krijgt straf.
Mijn macht duurt immers het langst
Door het zaaien van leugens en angst.
En gedraagt het Westen zich dom,
Heb ik altijd nog de Bom.