Op het hondenweitje
Staat het kleine hondje
Bij de grote hond.
Hondeke, wat moet je,
Met je grappig snoetje
Dat zo klaaglijk gromt?
Met je pluizig bekje?
Hondeke, wat rek je,
Trek je aan de riem?
Snuffelend aan de schoenen…
Of je ze wilt zoenen,
Ik heb je wel gezien!
In mijn handen stop je
Nu je jonge kopje:
Zeg, wat moet ik doen?…
Op het hondenweitje
Staat het snoezig hondje.
O hoe schattig poept het
Op het prille groen.
Nu stad en land in deze coronatijd veranderd zijn in een hondenwandelparadijs, bedacht ik een variant op het bekende en geliefde gedicht van Jacqueline E. van der Waals Het geitenweitje Of mijn bewerking een parodie of een pastiche is, laat ik aan het oordeel van de lezer over. Als het vers een glimlach opwekt, ben ik al tevreden.