De knop om

8822A458-8127-488E-8362-1FEBA18F0890

Ik zit in de bus
en denk aan mijn moeder,
ze is alweer jaren
voorbij het bestaan.

Het liefst liep ze om
het huis wat te rommelen,
of op zolder als
het buiten niet kon.

Nu is ze een beetje in
mijn hoofd aan het stommelen,
heel vertrouwd doemt
haar beeld in mij op.

Ik voel weemoed om moeder
en dat alles voorbijgaat,
druk zuchtend op tijd
op de knop.

Afbrokkelende hersenen

IMG_0355
Bron: wodc.nl

Met enkele andere dichters verzorgde ik op Nationale Gedichtendag 2006 een poëzieprogramma in een Utrechts zorgcentrum. Het publiek op de voorste rijen bestond uit psychogeriatrische bewoners in rolstoel. Hun verstarde, in zichzelf gekeerde, gezichten vertoonden geen enkele emotie. Behalve dan bij die ene mevrouw die af en toe onder de voordracht uitriep: “Wat mooi, wat mooi!” Ik moet hieraan terugdenken op Wereld Alzheimer Dag.

Uit eigen ervaring met mijn dementerende moeder weet ik dat vooral de overgangsfase erg zwaar is, vol angsten, wanen, verwarring en verdriet, en soms ook hilariteit. “Mijn hersens brokkelen af`”, zo vatte moeder treffend de boodschap van de arts samen over de bij haar aangetroffen hersenaandoening. Volgens verpleeghuisarts en filosoof Bert Keizer brokkelt daarmee ook de ziel af, die immers zetelt in ons brein. 

Mijn eigen angst voor dit proces vond zijn weg naar een gedicht. Het sloot de dichtbundel af die verscheen op de dag dat ik Abraham zag (Als ik 50 word, 1999). Wie weet, werkt het schrijven of lezen van gedichten vertragend: poëzie tegen dementie!

EXIT

Het wemelt van de taalfouten
in je hoofd en ander ongerief.

Zinnen ontsporen als treinen
in een zandstorm. Klanken

verliezen hun kleur. Uit je
oren stroomt verdriet. Je

vingers slaan steeds meer
tonen mis onder je verbaasde

blik. Zelfs de wellust knaagt
niet meer aan je: alsof het

sop de kool niet waard is.
Het deurslot zoekt moeizaam

naar de sleutel in je hand.
Ook wie het leven toelacht,

lacht ten leste niet.

Moeder

Moeder met Peter junior

Mijn moeder heeft langer mogen leven dan mijn vader, van 24 november 1912 tot 3 maart 1995. Ik heb mijn herinneringen aan haar in diverse gedichten verwoord, evenals die aan mijn vader trouwens.

MOEDER  

Wat zou ik er niet voor geven
met moeder uit fietsen te gaan

nog een keer het paadje te nemen
langs achter de tennisbaan

om aan de broekdijk gekomen
naar het dorpje N. af te slaan

tot bij de oude watermolen
waar in een donkere gaard

vervuld van merels en rozen
een lieflijk kapelletje staat

mijn moeder oogt blij en tevreden
haar blauwste zomerjurk aan

alles is nu zo volkomen om
nooit meer huiswaarts te gaan

waarom kan alleen nog in dromen
wat ooit ik beleefde bestaan?

%d bloggers liken dit: