De Griekse filosoof Plato had het niet zo op dichters en ander kunstenaarsvolk. Hij verbrandde zijn eigen gedichten na zijn kennismaking met Socrates en hekelde de poëzieslams in het Athene van zijn tijd, de vijfde eeuw voor Christus. De dichters en toneelspelers waren er immers op uit het volk te vermaken in plaats van ze tot nette burgers op te voeden.
In zijn ideale Staat was er dan ook geen plaats voor poëzie en andere vrije kunsten. Maar wat gebeurt er als een dichter de staatsmacht verovert? Grote dictators als Stalin, Hitler, Mao en Saddam Hoessein, en een kleine als Radovan Karadzic, hadden niet alleen gemeen dat ze in de hoogtijdagen van hun macht naar willekeur beschikten over leven en dood van hun onderdanen. Ze schreven ook gedichten. Als de verbeelding echt aan de macht komt, kun je je dus beter bergen…